Vogels werken onbaatzuchtig samen bij het vliegen in een V-formatie. Dat blijkt uit een nieuwe studie met noordelijke kale ibissen.
Deze trekvogels vliegen in een zwerm allemaal precies even lang op de koppositie.

Zo’n eerlijk verdeelde samenwerking is bijzonder zeldzaam in de dierenwereld.

Dat melden onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.

Vliegtuigje

De wetenschappers kwamen tot hun bevindingen door een uniek Oostenrijks project, waarbij noordelijke kale ibissen van jongs af aan hebben geleerd om te migreren door achter een vliegtuigje aan te vliegen.

Een zwerm van veertien van deze getrainde vogels werd door de wetenschappers van Oostenrijk naar Italië geleid. Elke ibis was uitgerust met een GPS-tag, zodat de posities van de vogels ten opzichte van elkaar zeer nauwkeurig in de gaten konden worden gehouden.

Na afloop van de tocht bleek uit een analyse van de GPS-gegevens dat er geen profiteurs in de zwerm zaten. “We vonden voor alle vogels een sterke correlatie tussen de tijd dat ze op kop vlogen en de tijd dat ze andere vogels volgden”, verklaart hoofdonderzoeker Bernhard Voelkl op BBC News.

Evolutie

Dat gedrag is opmerkelijk, vooral omdat acht van de veertien vogels geen familieband hadden. Vanuit evolutionair oogpunt zouden dieren alleen gericht moeten zijn op hun eigen welzijn of dat van hun nakomelingen.

De wetenschappers vermoeden dat de vogels in zwermen onbaatzuchtig gedrag vertonen omdat positiewisselingen onmiddellijk invloed hebben op hun energieverbruik.

Als ze verzaken om de kop over te nemen, valt de formatie uit elkaar en moeten ze meer krachten verspillen. “Door hun energieverbruik te verminderen, verbeteren ze hun overlevingskansen”, aldus Voelkl.

Door Corina

Natuurgeneeskundig therapeut